Coachen is als balanceren tussen reflecteren, relativeren, structureren en activeren.
Hoe mooier het van buiten lijkt, hoe rommeliger het van binnen is. In hoeverre laat jij je
leiden door de buitenkant?
Je kan de problemen van de ander niet oplossen, dat kan de ander alleen zelf doen. Probeer
andermans problemen niet op te lossen, maar vergroot het oplossend vermogen van je
coachee. Kom jij zelf graag met antwoorden en oplossingen of laat je de coachee die zelf
bedenken?
Probeer iemands horizon te verbreden zodat hij op een andere manier naar zichzelf en de
situatie kan kijken. Zorg er als coach voor dat je coachee via diverse perspectieven kan
kijken. Welke perspectieven hebben jouw voorkeur en drukken van nature een stempel op
de coachee?
Laat de ander vooruitdenken in hoe die persoon om zal gaan met mogelijke tegenslagen in
het realiseren van zijn doelen.
Maak als coach gebruik van wat je ziet in het hier en nu en gebruik dit om de coachee inzicht
te geven in het effect van zijn gedrag en/of uitspraken.